Algemene uitgangspunt - Stelsel van leren en werken
In Vlaanderen bestaan drie deeltijdse leersystemen binnen het leerplichtonderwijs: het deeltijds beroepssecundair onderwijs, de leertijd en de deeltijdse vormingen.
Het stelsel van leren en werken heeft als doelstellingen:
- Het voltijds engagement voor zoveel mogelijk jongeren realiseren;
- De afstemming tussen deeltijds beroepssecundair onderwijs, de leertijd en de deeltijdse vormingen vergroten met behoud van de meersporigheid;
- Een traject op maat van elke jongere aanbieden;
- Elke jongere een volwaardige kwalificatie aanreiken.
Het stelsel van leren en werken heeft dus betrekking op de centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs (CDO), de centra voor deeltijdse vorming (CDV) en de centra voor vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen (de leertijd binnen Syntra).
Jongeren die kiezen voor het stelsel van leren en werken engageren zich voor een systeem dat uit twee onlosmakelijk met elkaar verbonden componenten bestaat: de component leren en de component werkplekleren. Het voltijds engagement van de jongeren staat gelijk met een weekinvulling van minimaal 28 uren. Aan het voltijds engagement kan op volgende wijzen worden voldaan:
- 1° door deeltijds onderwijs (= de component leren binnen het CDO) te combineren met een persoonlijk ontwikkelingstraject (binnen het CDV), voortraject, brugproject of arbeidsdeelname (= de component werkplekleren).
- 2° door in de leertijd de theoretische vorming (= de component leren binnen het centrum) te combineren met een praktijkopleiding (= de component werkplekleren via een leerovereenkomst bij een werkgever). Alleen indien een leerovereenkomst wordt opgeschort of verbroken, kan werkplekleren in de leertijd ook onder vorm van een voortraject.
Voor het deeltijds beroepssecundair onderwijs werd voor een veralgemeende omschakeling naar modulair onderwijs gekozen.
Door de modularisering wordt het deeltijds beroepssecundair onderwijs een creatief en flexibel gebeuren afgestemd op de gebruiker. De flexibiliteit van de modulaire organisatievorm maakt het mogelijk een traject op maat van elke jongere uit te stippelen. Elke beroepsopleiding zal uit een aantal modules bestaan. Bovendien kan de jongere een opleiding starten op elk ogenblik van het schooljaar en kan de opleiding gespreid worden over een of meer schooljaren. Een module kan ook starten op elk ogenblik van het schooljaar, gespreid worden over een aantal dagen of weken, en zelfs schooljaaroverschrijdend zijn.
Modularisering is een belangrijk instrument om een maximum aan gekwalificeerde uitstroom na te streven. (Deel)kwalificaties (momenteel deelcertificaten of certificaten) geven immers toegang tot de arbeidsmarkt of tot vervolgonderwijs.
Er wordt gekozen voor competentiegericht onderwijs. De opleidingen en bijhorende competenties worden met de betrokken sector(en) besproken om een maximale afstemming en aansluiting tussen onderwijs en de arbeidswereld te garanderen. Zeker binnen het stelsel leren en werken moeten de beroepsopleidingen aansluiten op de beroepskwalificaties vermits de competenties in principe slechts kunnen verworven worden na het geïntegreerd doorlopen van de component leren en de component werkplekleren. Voor meer info over de beroepskwalificaties verwijzen we naar de Vlaamse kwalificatiestructuur.
Meer informatie over het stelsel van leren en werken vindt u in de regelgeving: