Opleidingsprofiel
DOEL: Vlees verwerken en vlees bereiden. | |
---|---|
Algemeen |
|
competenties | concretiseringen |
1 Het voorkomen verzorgen(1) |
|
2 Taken veilig en hygiënisch uitvoeren(1) |
|
3 Producten en grondstoffen herkennen(1) | |
4 De toepasselijke opslag- en bewaartechnieken uitvoeren(1) |
|
5 Nadelige invloeden van micro-organismen in vers vlees herkennen en de gepaste maatregelen nemen(1) |
|
6 Voor de hygiëne en het onderhoud zorgen(1) |
|
7 De vereiste metingen op vers vlees uitvoeren(1) |
|
8 Werkzaamheden in de slagerij voorbereiden(1) |
|
9 Leveringen van grondstoffen behandelen(1) |
|
10 Gereedschappen gebruiken en machines bedienen(1) | |
11 In team werken(1) |
|
12 Met voorschriften inzake kwaliteit, welzijn, veiligheid en milieu omgaan, (1) vooral
|
|
Vleesbewerking |
|
competenties | concretiseringen |
13 Basishandelingen uitvoeren (1) |
|
Uitsnijden – uitbenen varken, rund, schaap en gevogelte |
|
competenties | concretiseringen |
14 Een varken uitsnijden en uitbenen(1) |
|
15 Een voorkwartier uitsnijden en uitbenen(1) |
|
16 Een achterkwartier uitsnijden en uitbenen(1) |
|
17 Een schaap uitsnijden en uitbenen(1) |
|
18 Gevogelte snijden(1) |
|
19 De technische delen benoemen(1) | |
20 Bestemming van de delen beschrijven(1) | |
Winkelklaar maken van vers vlees |
|
competenties | concretiseringen |
21 Ontvetten, pellen en ontvliezen | varkensvlees, rundvlees, kalfsvlees, schapenvlees en lamsvlees:
|
22 In porties verdelen |
|
23 Etiketteren |
|
Bereiden van vers vlees |
|
Competenties | |
24 Bereidingen op basis van vers gemalen vlees maken | |
25 Bereidingen op basis van vers vlees maken | |
26 Ingrediënten en additieven gebruiken | |
Toonbank |
|
competenties | concretiseringen |
27 Verkoopklare producten beoordelen |
|
28 Winkelklare producten behandelen |
|
29 Een toonbankplan toepassen |
|
Verkoopklare gerechten |
|
competenties | concretiseringen |
30 Verkoopklare producten bereiden |
|
31 Grondstoffen en halffabrikaten gebruiken | |
32 Bereidingstechnieken voor halffabrikaten, tussenproducten en eindproducten uitvoeren | |
Vleeswarenbereiding |
|
competenties | concretiseringen |
33 Zouterijproducten bereiden |
|
34 Kookworsten bereiden |
|
35 Droge worsten bereiden |
|
36 Leverbereidingen maken |
|
37 Bloedbereidingen maken | |
38 Geleibereidingen maken | |
De ondersteunende kennis en sleutelvaardigheden worden geselecteerd uit de ontwikkelingsdoelen ASV OV3 en gekaderd binnen het handelingsplan. | |
Na het behalen van alle competenties wordt aan de leerling het getuigschrift “slagersgast” uitgereikt. Na het behalen van alle met (1) aangeduide competenties wordt aan de leerling het getuigschrift van verworven competenties van het afgerond geheel “uitsnijder-uitbener” uitgereikt. |
|
Nuttige links
|
Opleidingsvorm 3 verstrekt naast een algemene, sociale vorming een beroepsgerichte vorming met het oog op integratie in een gewoon leef- en arbeidsmilieu. Hiertoe werden opleidingsprofielen ontwikkeld.
Per opleiding worden de competenties vermeld die leerlingen moeten verwerven om een getuigschrift van een opleiding te halen. Er wordt ook aangegeven welke competenties leerlingen moeten verwerven voor het behalen van een getuigschrift van verworven competenties van een afgerond geheel dat leidt tot inzetbaarheid op de arbeidsmarkt.
Voor het formuleren van de competenties en de concretiseringen zijn de beroepsprofielen het referentiekader geweest. Voor de opleidingen die niet afgeleid zijn van beroepsprofielen werden de opleidingsprofielen en concretiseringen voorgelegd aan ervaringsdeskundigen van het onderwijsveld en de arbeidsmarkt. Op deze manier zijn de opleidingsprofielen afgestemd op de verwachtingen van de arbeidsmarkt. Omwille van de herkenbaarheid en om de aansluiting mogelijk te maken met het volwassenenonderwijs werd bij het formuleren van de competenties en de concretiseringen gestreefd naar analogie met de beroepsopleidingstrajecten uit het modulair volwassenenonderwijs en het experiment modulair beroepsonderwijs.
Opleidingen die dezelfde naam dragen hebben dezelfde inhoud, ongeacht de onderwijsvorm waarin de opleiding wordt aangeboden. Dit is nodig om compatibel te zijn met de vraag van de arbeidsmarkt en om de einddoelstelling van OV3 te realiseren. Eenzelfde benaming en eenzelfde inhoud betekent niet dat de methodische aanpak of de duur van de opleiding identiek moeten zijn. Daarin behoudt het buitengewoon onderwijs zijn eigenheid.
De ondersteunende kennis en sleutelvaardigheden worden geselecteerd uit de ontwikkelingsdoelen algemene en sociale vorming OV3 en gekaderd binnen het handelingsplan.
De noodzakelijke beroepsgerichte vaardigheden zijn vastgelegd in het Besluit van de Vlaamse regering van 6 december 2002.
Besluit Vlaamse regering
De ontwikkelingsdoelen werden vastgelegd bij besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van de ontwikkelingsdoelen en de eindtermen van het gewoon basisonderwijs van 19.04.2002 en bij decreet van 19.07.2002.